Verslag van Erfgoedarena: Herdenken in de huidige tijd

Amsterdam, woensdag 10 mei 2023

Op 10 mei komen we op de Reinwardt Academie weer bij elkaar voor een nieuwe Erfgoedarena. Deze avond staat volledig in het teken van herdenken. Samen met verschillende deskundigen gaan we in gesprek over verschillende onderwerpen zoals wat herdenken betekent tot aan wanneer herdenken zorgt voor onbegrip. De avond wordt gemodereerd door Sahar Shirzad, programmamaker, schrijver en jurist met een specialisatie in mensenrechten. Nel van Dijk, directeur van de Reinwardt Academie, leidt de avond in: “Als je het hebt over herdenken in relatie tot erfgoed, heb je het al snel over schuring, wat herdenken we nu eigenlijk, wie herdenken we en waarom herdenken we? En juist die schuring vinden wij binnen Reinwardt interessant. Want het is belangrijk dat we hierover een goed gesprek kunnen voeren." En met die woorden ging de avond van start.

“Als je het hebt over herdenken in relatie tot erfgoed, heb je het al snel over schuring, wat herdenken we nu eigenlijk, wie herdenken we en waarom herdenken we?"
Reinwardt directeur Nel van Dijk

Wat betekent herdenken voor jou?

Nadat Sahar het podium betreedt vraagt ze het publiek om hun ogen te sluiten en samen met haar rustig te ademen, diep in en uit.

“De terugkerende ophef over delen van onze geschiedenis bewijst dat een collectieve identiteit, als die al bestaat, niet kan leunen op een incompleet verhaal. Of het nu gaat over trauma’s van de Tweede Wereldoorlog, Nederlands-Indië, de koloniale tijd, Srebrenica, de Molukkers of de veteranen: de last van het onbedwongen verleden wordt pas verlicht als de mythe plaatsmaakt voor weten. Dat vergt rouwarbeid. Afdalen, stil zijn en álle stemmen aanhoren, ook de diepste uithalen van smart en van angst. Morgen vieren we de vrijheid, vandaag mag het gisten tot het pijn doet.”

Na het voordragen van deze tekst van Roxane van Iperen mag iedereen hun ogen weer openen en Sahar moedigt het publiek aan om na te denken over de vraag: “Wat betekent herdenken voor jou en welke plek heeft het in jouw leven?”. Zonder een seconde stilte laait het gesprek op. Vanuit het publiek komen verschillende geluiden. Een student van de Reinwardt geeft aan dat ze het soms moeilijk vindt om te definiëren wanneer iets herdenken is en niet gewoon herinneren. Daarnaast voelt het soms ook voor haar egoïstisch om sommige dingen wel te herdenken en andere niet. Een docent van de Reinwardt vertelt zijn verhaal over een overleden vriend van hem. Hij vertelt hoe hij en zijn vrienden ieder jaar een fietstocht doen ter ere van de overledene. Aan de hand van dit voorbeeld gaan we in op de verschillende manieren van herdenken. Het is niet altijd groot of plechtig, het zit vaak in de kleine dingen. Sahar sluit hierop aan door te vertellen dat herdenken voor haar een zaak is van dag tot dag, door de oorlog in haar geboorteland Afghanistan. Herdenken zit voor haar in kleine handelingen, dat doet ze als ze het nieuws leest of als ze in Nederland de overvloed aan schoon drinkwater ziet, want dat is niet vanzelfsprekend daar.

Herdenken zonder te benoemen

Dr. Judy Jaffe-Schagen, zelfstandig historicus in Israël en Nederland en docent aan de internationale masteropleiding Applied Museum and Heritage Studies, is de eerste gast die wordt uitgenodigd het woord te nemen. Zij draagt voor uit een door haar voorbereide lezing:

“Via Radio Oranje had koningin Wilhelmina nauwelijks aandacht voor de Jodenvervolging. Zowel het koningshuis als de Nederlandse overheid verleenden een deel van haar burgers geen bescherming meer. Daarmee kun je zeggen dat ze niet meer volledig als burgers erkend werden. Op 21 februari 1943 werd mijn moeder in de Lekstraat in Amsterdam geboren. Toen ze twee maanden oud was, werd ze met haar ouders en zusje vanuit de Hollandsche Schouwburg, hier om de hoek, op transport naar Westerbork gezet. Van daaruit ging ze naar Bergen-Belsen en na het overleven van het verloren transport keerde mijn moeder op tweejarige leeftijd terug naar Amsterdam. Een boete voor niet betaalde hondenbelasting die mijn grootouders ontvingen, laat impliciet de houding van de overheid zien.

(...)

Dieuwertje Blok zei in haar toespraak, op de Dam afgelopen 4 mei: “Ieder mens ieder kind heeft een naam, een gezicht, een eigen geschiedenis en een eigen verhaal.” Wanneer, en hoe, vraag ik me af kunnen deze eigen verhalen onderdeel zijn van het collectief verhaal, van een collectief trauma. In mijn onderzoek kijk ik naar de spanning tussen de herdenkers van de Shoah en van het slavernijverleden en welke rol erfgoedprofessionals daarin spelen. Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier, schreef onlangs "Men herdenkt wat je niet durft te benoemen. En moeten we niet juist veel vaker het beestje bij zijn vele namen noemen: antisemitisme, racisme, noem het maar op en daarmee de koe bij de horens vatten." Ik hoop dat we daar vanavond over kunnen discussiëren waarbij we, in de woorden van Schrijver, elkaar alsjeblieft de ruimte gunnen van mening te verschillen.”

Eén minuut voor de overledenen en één minuut voor jezelf

Na de voordracht van Judy sluit Lievnath Faber, senior Humanity in Action fellow, senior Landecker Democracy fellow en oprichter van de Joodse culturele hub Oy Vey zich aan bij het gesprek op het podium. Er wordt aan de zaal gevraagd: “Wie is er bezig met erfgoed?” In één vloeiende beweging steekt vrijwel het hele publiek hun handen op. “Wie wil er iets doen met erfgoed en herdenken?”

Langzaam maar zeker zie je de meeste handen weer zakken. “Vanavond zullen we hier verandering in brengen", zegt Lievnath.  Ze vertelt over hoe ook voor haar herdenken vaak in het alledaagse zit. “Ik denk vaak aan mijn voorouders. Dit zit in kleine momenten: opstaan, naar bed gaan of mijn kinderen welterusten zeggen.” Het gaat haar om het verbonden voelen met je voorouders door middel van een ritueel zoals op vrijdag de Sabbat of verbinding zoeken met het lichamelijke aspect van herdenken en helen. "Er zijn allemaal momenten in het jaar om dingen te herdenken, maar eigenlijk ben je er altijd mee bezig." Judy sluit hierop aan: "Ik herdenk bijvoorbeeld op 4 mei alle trauma’s, maar in het dagelijks leven probeer ik de mooie dingen te herdenken, ook al lukt dit niet altijd.” Verder vertelt ze dat juist daarom de twee minuten stilte op 4 mei zo mooi zijn. Je hebt één minuut om de mensen die zijn vermoord te herdenken. En dan één minuut voor jezelf, voor het verwerken van je gedachten en emoties.

“De herdenking op 4 en 5 mei lijkt in Nederland altijd te gaan over het verleden", zegt Lievnath. Ze mist het gevoel dat het herdenken wordt doorgetrokken tot het onrecht dat er nog steeds is in het heden. Dit jaar was Lievnath voor het eerst aanwezig in de Nieuwe Kerk tijdens de Nationale Dodenherdenking. Ze heeft dit als vreselijk ervaren. “Het woord genocide is niet gevallen." Herdenken is voor mij het benoemen en erkennen van hetgeen en de gevolgen hiervan.

Een docent van de Reinwardt haalt een uitspraak van Marcel Möring aan. Hij sprak tijdens de Nationale Dodenherdenking en zei onder andere het volgende:

“Het aantal weggevoerde mensen (Joden, Sinti en Roma) ligt in Nederland onvoorstelbaar hoog. Het is makkelijk om, zoals altijd gebeurd is, de Duitsers of Duitsland overal de schuld van te geven, maar er is ook een rol voor Nederland en voor de Nederlanders zelf.”

Hierbij werd de vraag gesteld: “Als we het hebben over het niet benoemen van 'hetgeen', vind je dit dan ook niet direct genoeg?” “Ik was heel blij met zijn uitspraak” zei Lievnath. “Het helpt met het breken van het narratief dat Nederland vol met verzetshelden zat. Alsnog is dit niet genoeg. Zeker wanneer overheidsinstanties het hebben over herdenken of excuses is het belangrijk dat er duidelijke taal en correcte terminologie wordt gebruikt.”

 “Ik ga nooit naar de herdenking op de Dam” zegt Judy. “Het is een los en leeg podium, mensen willen graag een krans leggen als er camera’s zijn. NiNsee (Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis) heeft hier ook mee te kampen. Op 1 juni is er opeens veel belangstelling voor het slavernijverleden maar alle dagen daarvoor en daarna niet meer. Er zijn nog veel groepen die wachten op excuses of restitutie. We moeten ervoor zorgen dat iedereen die echt wil herdenken, die iets wil veranderen, samen staan tegenover de mensen die de macht hebben om slachtoffers te erkennen. Het is wij samen voor de burgerschap.”

Dit is precies waar Lievnath met Oy Vey, ‘schaamteloos Joods’, mee bezig is. Het is een grassroots organisatie die staat voor een inclusievere Nederlandse samenleving voor iedereen. “Want als er in één zin excuses wordt gemaakt aan de Joodse gemeenschap voor de Tweede Wereldoorlog, dan wordt er meteen erkent dat er er geen excuses wordt gemaakt voor het Nederlandse slavernijverleden, hoeveel is die excuses dan echt nog waard?" "Je kan niet alleen teren op je eigen verhaal.”

"We moeten ervoor zorgen dat iedereen die echt wil herdenken, die iets wil veranderen, samen staan tegenover de mensen die de macht hebben om slachtoffers te erkennen. Het is wij samen voor de burgerschap.”
Dr. Judy Jaffe-Schagen

Intermezzo

Het intermezzo wordt gefaciliteerd door Benjamin Fro, een Amsterdamse woordkunstenaar met een specialisatie in filosofische teksten. Hij draagt twee gedichten voor: de eerste ter ere van 4 en 5 mei en de tweede voor Keti-Koti in opdracht van Oy Vey. 

4 en 5 mei

“Om 8 uur op 4 mei zijn we twee minuten stil met een reden om te herdenken.

We stáán stil want stilzitten is voor mij eigenlijk geen optie.

Daarom is bij dat herdenken stilstaan een handeling,

We maken niet door ruimte maar door de tijd een korte wandeling.

 We nemen afstand van de dingen die ons alle alledaags beslommering,

 En omdat woorden tekort blijven schieten verstommen we.

(...)

Sommige voelen zich uitgesloten en roepen om erkenning.

Ze zeggen “ik voel me absoluut geen onderdeel van de herdenking”

 Als we de pijn niet kunnen zien, zijn we dan niet verdoofd.

Maar bij overlevende spookt dan ook de angst nog door het hoofd,

Dat de verhalen niet meer worden geloofd.

Wie wordt er vergeten, wie worden geëerd.

Hebben we goed herdacht, als we er niks van hebben geleerd?”

 

Keti-Koti

“Keti-koti 1 juli herdenking en feest, in een wereld die altijd meedogenloos racet.
 Waar nog altijd gevoeld wordt wat hiervoor is geweest,
zegt verbinding door collectief stilstaan het meest.
 Als ik 1 juli vier doe ik dat met de reden dat ik erfgenaam ben van een onbeschrijfelijk verleden.
 Dat nog altijd zijn doorwerking vindt in het heden,
waar onze voorouders voor of tegen hebben gestreden.
(...)
 Een dag die niet slechts symbolisch is, maar die staat In het teken,
 van de wens om de ketens van het verleden te breken.
 En op dat ons verleden nooit volledig voorbij is,
moet 1 juli een dag zijn waarop iedereen vrij is.”

Leren herdenken

Na het intermezzo verwelkomt Sahar de volgende sprekers: Wendeline Flores, historicus en museum professional met een focus op het koloniale verleden en de doorwerking ervan in het heden. En Lara Nuberg, schrijver over koloniale geschiedenis, identiteit en herinneringscultuur. Wendeline start het gesprek door te vertellen over hoe deze avond haar laat nadenken over wie je leert om te herdenken. Zijzelf denkt aan haar opa die, toen ze een jaar of 8 was, haar op 4 mei voor het eerst liet zien wat verschillende mogelijkheden zijn om te herdenken. Voor hen was het belangrijk om samen buiten te zijn, hand in hand en de mogelijkheid bieden om vragen te stellen over het verleden.

“Ik heb nooit hele specifieke rituelen gehad", zegt Lara. Ze vertelt verder dat er wel een hele concrete manier is waarmee ze zich verbonden voelt aan haar verleden, namelijk haar huidskleur. “Een aantal keer per week denk ik onder de douche aan hoe mijn huidskleur is gevormd door de geschiedenis.” Toen ze 18 was, is Lara naar Indonesië geweest, het land waar haar oma is geboren. Ondanks dat haar oma geen verbintenis voelt met Indonesië, omdat in haar woorden “Ik kom uit Nederlands-Indië en dat land bestaat niet meer”, was het voor Lara een wereld van herkenning.

Heel concreet gaat ze in op iets wat aan het einde van haar reis gebeurde: “Ik heb daar mijn nagels laten doen. Daar zit al een soort ongelijkheid in waar ik mee geconfronteerd werd, door mijn privilege als Nederlandse met een paspoort die de hele wereld over kan reizen. En deze vrouw, die ik zes euro ging betalen, die ging mij van een manicure voorzien. Ik ging daar zitten, ze pakte mijn hand en er schoot een gedachte door mijn hoofd. Ik zag aan haar dat zij exact dezelfde gedachte had. Ze zei: “Sama sama”, dat betekent ‘hetzelfde’. Wij hadden exact dezelfde huidskleur. Toen dacht ik “wow” ik zit aan deze kant van de tafel, door de Nederlandse inmenging, door de keuzes die mijn oma heeft gemaakt. Daardoor zit ik aan deze kant van de tafel. Terwijl zij andere kant zit, zie ik aan alles dat mijn huidskleur hier vandaan komt en het heeft me nooit meer losgelaten.”  

Lara wil met haar boek ‘In haar Voetsporen’, dat ze schreef met Indonesische schrijfster Lala Bohang, de verbintenis tussen Nederland en Indonesië laten zien. Ze heeft het over de scheidingslijn die is gecreëerd door het toedoen van het koloniale verleden. Indonesiërs en Indo-Europeanen zijn tegenover elkaar gezet, Lara en Lala leggen hun focus op het gezamenlijke verleden en zorgen daarmee voor hernieuwde samenhorigheid. Verder gaat het boek in op hoe het kolonialisme de hele wereld heeft gevormd. Landsgrenzen, wie met zijn paspoort de hele wereld over kan reizen en wie niet, hoeveel grondstoffen kosten, het is allemaal terug te leiden tot het koloniale verleden van de wereld.  

Sinds 2018 werkt Wendeline als conservator Caribisch gebied en koloniale geschiedenis bij het Nationaal Museum van Wereldculturen. In deze rol werkte zij aan de tentoonstelling ‘Onze Koloniale Erfenis’ in het Tropenmuseum. “Een tentoonstelling is ook een vorm van herdenken, (…) zeker als het een tentoonstelling is over het koloniale verleden. Dan maak je keuzes over wat gaan we laten zien, wat gaan we herdenken? Dat wordt bepaald door de urgentie in het heden, wat is de doorwerking, wat zijn de elementen die we in ons dagelijks leven merken? Dat zijn de dingen die nu aandacht krijgen.” vertelt Wendeline. In ‘Onze Koloniale Erfenis’ zit een element van reflectie, aan de ene kant van het Tropenmuseum en aan de andere kant ook van de bezoekers. “Iedereen stapt daar op een andere manier binnen.”

Er komt steeds meer bekendheid voor het koloniale verleden van Nederland, denk aan Anton de Kom die nu is toegevoegd aan de ‘Canon van Nederland’, maar dat is niet genoeg. Lara benoemt de verzetsstrijders die tijdens de Tweede Wereldoorlog uit de koloniën kwamen om zich in te zetten tegen de Nazi's, of de grondstoffen die uit de koloniën zijn gehaald om wapens te kunnen maken. “Hier is geen aandacht voor op 4 en 5 mei.” Aansluitend daarop vertelt Wendeline over de enorme bijdragen van het Caribisch gebied tijdens de Tweede Wereldoorlog, ook daar is verzet getoond en zijn er grondstoffen geïmporteerd.

“Ik woon zelf in Amsterdam Zuidoost en ik zag op het Anton de Komplein dat daar een mooie tentoonstelling in de openbare ruimte is voor 4 en 5 mei. Daarbij zijn ook een aantal verzetsstrijders zoals Anton de Kom, maar ook bijvoorbeeld George Maduro aan bod gekomen. Ik kan me nog heel goed herinneren dat ik voor het eerst daarachter kwam, en dat was echt best wel laat, dat Madurodam vernoemd is naar George Maduro. Een Curaçaose, Joodse verzetsheld. Ik was echt in shock, ik word nu gewoon weer een beetje boos. Madurodam, kent iedereen maar de meeste kennen dat verhaal helemaal niet. Ik ben zelf dus ook van Curaçaose achtergrond, dat maak me echt boos. Ik merk dat er meer plekken zijn waar je achtergrondverhalen kan vinden. Maar dat is dan wel in je bubbel, omdat je in Zuidoost woont, omdat je dan toevallig interesse hebt in bepaalde literatuur. Maar dat wil nog niet zeggen dat het mainstream ook bekend is.”

Als afsluiter vraagt Sahar aan de sprekers en aan de zaal: “Hebben we wel goed herdacht als we er niks van hebben geleerd?” Lara reageert hierop: “De mensen die actief bezig zijn met herdenken zijn ook een beetje een ons-kent-ons groepje geworden, vorig jaar heb ik Lievnath geïnterviewd voor De Atlas van Herdenken. Zij heeft toen gezegd: "We hebben niks aan een nationale dag van herdenking als je er dan de andere 355 dagen niks mee doet.” "Herdenken moet meer zijn dan eens in de zoveel tijd stilstaan bij het verleden, we moeten actief vechten voor rechten in het heden. Herdenken is deels erkenning voor wat er is gebeurd, het zijn excuses voor waarom het is gebeurd en dan pas kunnen we herstellen.” voegt Wendeline eraan toe. “Voor het herstellen is nu vaak te weinig ruimte.”

“Herdenken is deels erkenning voor wat er is gebeurd, het zijn excuses voor waarom het is gebeurd en dan pas kunnen we herstellen.”
Wendeline Flores

Herdenken is voor altijd

We sluiten de avond af met een daverend applaus voor de sprekers en een extra bedankje aan Dr. Judy Jaffe-Schagen en Daphne Veendorp, erfgoedcurator en alumnus aan de Reinwardt Academie, voor het mogelijk maken van deze avond. Vlak voor het gesprek weer oplaait en iedereen nog uitgebreid gaat nabespreken sluiten wij de avond af met een nieuw geschreven tekst van Benjamin Fro:

“Ik ben getogen In de Joodse wijk in Amsterdam.
En groeide op van kleine jongen tot volwassen man.
Mijn vader kwam uit Driehuis, mijn moeder was migrant,
maar zij geloofden niet in God, dus ja dat was het dan.
Wat mijn Joodse opvoeding betrof, ik merkte later pas dat ik joods was.
Al bleef er toch iets onaangetast,
want dan hield ik geen sabbat op de zaterdag.
Ik ben opgegroeid op humus en pita broodjes met hagelslag.
En daarom ben ik nu een erfgenaam van,
deze rijke geschiedenis van joods Amsterdam.
Ik groeide op in deze buurt en vroeg me af hoe het kan,
dat dit een Jodenbuurt heet, waar zijn de joden nog dan?
Maar hier liepen we dus rond al meer dan vier eeuwen lang.
De meesten waren arm, de rest stichtten een bank of een handeltje in tabak, textiel of diamant.
Met dromen hier aangekomen, kijken waar het schip strandt, en…

En wij zijn hier nog steeds,
Ja, wij zijn hier nog steeds.
Ja en dat is lang geen vanzelfsprekendheid geweest.
Dus als je mij ziet is het reden voor feest,
want wij zijn hier nog steeds.

Voel me gezegend als Baruch,
groeide op bij het standbeeld van Spinoza op de hoek.
En raakte In de ban van de filosofie,
en nu maak ik daar een pan van precies op de beat.
In de traditie van schrijvers uit mijn geslacht,
ben ik dubbel zo doordacht, en wil ik tornen aan de macht.
Want ik krijg mijn geschiedenis mee, Joden bezaten een kwart van de VOC.
Dus veroordeel ik ook mezelf daarmee, omdat ik ook een pasje had van de ING?
Ik zoek het rechte pad op een kolkende zee,
oy vey ik zeg je eerlijk, het valt me niet mee.
Maar ik vind inspiratie In het werk van mijn voorouders,
Joodse idealen waar ik verderop wil doorbouwen.
Zo wordt verleden voor de toekomst geruild,
en kan Amsterdam weer lachen waar het ooit heeft gehuild!”

Verslag is geschreven door Reinwardt student Eva Harmsen

Delen