Naar inhoud
 
 

Bekijk de foto's hier terug

En herbeleef 'Een blik op digitale mode'

Verslag van Erfgoedarena: "Een blik op digitale mode'

Amsterdam, woensdag 11 oktober 2023

11 oktober organiseerde de Reinwardt Academie de eerste Erfgoedarena van dit schooljaar. Deze avond ging over alle aspecten van digitale mode en wat de verbinding is tussen digitale mode en erfgoed. Nel van Dijk, directeur van de Reinwardt Academie, opende de avond: "Digitale mode heeft alles te maken met behoud, participatie, toegankelijkheid, educatie, duurzaamheid en inclusiviteit.” Dit zijn onderwerpen waar de cultuursector erg bekend mee is. Nel spreekt haar hoop uit dat vanavond ervoor kan zorgen dat dit gedeelde gedachtegoed leidt tot meer samenwerking tussen de beide sectoren.    

Participatie

Het woord wordt overgedragen aan Cathelijne Blok, kunsthistoricus, journalist, oprichter van het kunstplatform ‘The TittyMag’ en tevens de moderator van de avond. Cathelijne spreekt haar overtuiging uit over het belang van het verbinden van de offline en online wereld. De eerste drie gastsprekers die plaatsnemen zijn Isabelle Udo, Dylan Eno en Anne-Karlijn van Kesteren. Isabelle, digitale kunstenaar, oprichter van ‘VideOrbit Studio’ en ‘Code Couture’ vertelt als eerst wat in haar opkomt bij het thema: “Voor mij gaat digitale mode over het kunnen uiten van jezelf op een geheel nieuwe manier.” In haar werk vindt Isabelle participatie heel belangrijk. Het gaat haar om het maken van een product waarmee een gebruiker zich kan uitdrukken. Daarnaast is het haar doel om ervoor te zorgen dat het onderwerp zoals digitale mode meer toegankelijk wordt voor het algemene publiek. “Ik wil dat ik iets aan bijvoorbeeld mijn moeder kan laten zien en dat zij het snapt.” 

Een voorbeeld van laagdrempelige digitale mode is de tentoonstelling ‘Screenwear - Exploring Digital Fashion’ in het Design Museum Den Bosch. Deze tentoonstelling is een samenwerking tussen Isabelle en de volgende spreker, Anne-Karlijn van Kesteren. Anne-Karlijn is werkzaam als conservator bij het Design Museum. Daarnaast is ze actief als zelfstandig ondernemer binnen de museale sector. “Je merkt, dat als je het goed doet, bezoekers graag deel willen nemen als je ze digitaal betrekt bij een tentoonstelling. Maar het is een dunne lijn want we hebben tegenwoordig zo veel schermen om ons heen dat we als collectief een beetje last hebben van 'schermvermoeidheid'. Je moet ervoor uitkijken dat je iets niet te ‘plat’ maakt." 

Onze derde spreker Dylan Eno, de 'tijdreizende' designer, is ook samen met een museum te werk gegaan. Dylan, die in 2022 afstudeerde aan de Design Academie Eindhoven, vertelt over zijn afstudeerfilm ‘To Die For’. De film is een samenwerking met het Kunstmuseum Den Haag en vertelt het verhaal van de giftige kleurstof arseen die in het Victoriaans tijdperk veel voor kleding werd gebruikt. “Voor deze film heb ik een Victoriaanse jurk ingescand en gedigitaliseerd. Je merkt dat de kennis om zoiets te doen wel bestaat, maar niet in de erfgoed- of mode-industrie zit, wel in de game-industrie. Er zit dus al enorm veel participatie in het maakproces alleen.” Dylan vind het inspirerend om een verbinder te zijn tussen deze verschillende industrieën.   

Een ander initiatief waar kennis over digtale mode aan te pas komt heet 'Future Front Row’. Dit is een fysieke digitale modeshow, mede georganiseerd door Isabelle. Hier waren negen verschillende digitale modehuizen uitgenodigd om op een catwalk, door middel van hologrammen, hun collectie te laten zien. “De manier waarop we dit hebben kunnen organiseren zorgde voor enorm veel immersie, alle lichten gingen uit, de projecties gingen aan en het voelde heel erg als een echte modeshow.” Anne-Karlijn voegt hier aan toe: “De mogelijkheid om iets echt te beleven, met dank aan technologie, is waar de toekomst voor digitale mode binnen de erfgoedsector zit. Er zijn in dit opzicht nog zeker meters te maken, maar als we bijvoorbeeld naar het project van Dylan kijken: een orgineel en ondraagbaar museumstuk, kan opnieuw tot leven komen met digitale mode."

Representatie & Inclusie 

De volgende spreker sluit aan. Dit is Giancarlo Pazzanese, visueel kunstenaar, docent, digitale modeontwerper en oprichter van de design studio ‘Dis_Placed’. Giancarlo maakt kunst over empathie. In zijn werk staat de volgende vraag centraal: 'Wat betekent het om in iemand anders zijn huid te zitten?'. Zijn kunst kijkt tot in hoeverre kleding een reflectie van je eigen identiteit kan zijn. “Ik heb een kledingstuk gemaakt met als uitgangspunt de haren op mijn arm. Je ziet een patroon, maar tegelijkertijd is het een stukje van mijzelf. Hiermee wil ik kijken tot op welk punt jezelf kan laten zien in je kleding, door bijvoorbeeld je eigen huid naar buiten te dragen.” Giancarlo gebruikt mode als een middel om het te hebben over diversiteit en inclusiviteit: “Hier vanavond met jullie in gesprek gaan, zie ik als mijn werk, mijn doel. Het ontwerpen dat ik achter mijn computer doe is een middel om dat te bereiken.”  

Het digitale geeft veel mogelijkheid tot diversiteit en inclusie. Je kan buiten de normen van gender, etniciteit en zelfs menselijkheid stappen. Dit is iets wat actief gestimuleerd moet worden. Als uitgangspunt is technologie, zowel lerende algoritmes als geprogrammeerde software, niet ‘eerlijk’. Wij leren en programmeren vooroordelen in onze software. AI-generated content is niet divers en bevordert stereotypen. Isabelle geeft het volgende voorbeeld: "Iedereen kent het nog wel, een spel dat we vroeger veel speelde, de Sims. Toen wij jong waren, was er geen mogelijkheid om een avatar te maken die in een rolstoel zat.” Met een initiatief als ‘Future Front Row’ is het uitgangspunt inclusiviteit erg belangrijk. Ontwerpers hebben alle nodige vrijheid gekregen om iets te ontwikkelen wat losstaat van ingeprogrammeerde vooroordelen. Giancarlo voegt hier aan toe: “Mensen denken vaak dat alles wat digitaal is, ook online is. Dit is niet waar, augmented reality, gedeeltelijk online, gedeeltelijk in de ruimte, is naar mijn mening de stap die nodig is om het digitale dichterbij mensen te brengen.”  

Het is voor digitale mode zowel een voor- als nadeel dat het nauw verbonden is met andere industrieën. Anne-Karlijn vertelt dat zij zich ook realiseert dat het idee van digitale mode voor veel mensen niet tastbaar is. “Het is een ‘ver van m’n bed show’, dat klopt. Mensen zijn zich vaak alleen maar bewust van het bestaan van het fenomeen binnen de gaming industrie. Dit is juist weer een sector die heel erg heeft bijgedragen aan het behoud van een onrealistisch en eenzijdig beeld van lichaamsvormen. Als makers binnen de digitale mode nemen we nu de verantwoordelijkheid om dit beeld aan te passen. Maar juist de grote bedrijven die voor velen, vooral jongeren, nog steeds het enige aanknopingspunt zijn met het onderwerp, zouden hier meer verantwoordelijkheid voor moeten dragen.” Ook de klassieke mode industrie laat veel te wensen over. Giancarlo benoemt de minimale diversiteit die je ziet bij grote modehuizen. “Als je kijkt naar hoeveel modellen er niet wit zijn, boven de vijftig, een andere lichaamsmaat hebben of trans of non-binair zijn, dan heb je het over minder dan 2% van de modellen.” Vanuit het publiek wordt er aangehaald dat er ook negatieve connotaties aan digitale mode en dan specifiek ‘digitale avatars’ kunnen zitten. Bedrijven krijgen nu de mogelijkheid om ‘schijn inclusief’ te zijn. Je kunt jezelf als bedrijf inclusief naar buiten opstellen zonder ooit bij te hoeven dragen aan de financiële bevordering van een bevolkingsgroep. Daarnaast zie je ook dat er bij het ontwikkelen van vrouwen avatars, een zeker ‘Lara Croft’ gehalte, wordt hooggehouden. De over seksualisering van digitale karakters en het ‘uitbuiten’ van etnisch-, seksueel- of niet gendernormatieve individuen zijn één aantal van de grootste dilemma's waar de digitale modewereld mee te kampen heeft.      

Techniek

Suzanne Mulder, senior coördinator Fashion Innovation aan Centraal Museum Utrecht, docent en medeoprichter van Design Studio PMS is de laatste nieuwe spreker van de avond. “Bij Studio PMS, een digitaal platform dat volledig wordt geleid door vrouwen, merken wij dat we erg aan het opboksen zijn tegen een door mannen gedomineerde sector. Als wij worden uitgenodigd voor een presentatie of een paneltalk gaan mensen er altijd vanuit dat wij mannen zijn. Als ik vraag hoe dit kan, hoor ik eigenlijk altijd dat men het zulk goed werk vond, dat ze er niet bij stil hadden gestaan dat wij vrouwen zijn. Binnen de technologische wereld wordt kwaliteit nog vaak gekoppeld aan mannen. Het beeld heerst dat mannen technisch sterker zijn."   

Over de techniek gesproken: er komt vanuit het publiek de vraag of de vooruitgang binnen de digitale technieken niet ook beperkend kunnen werken voor mensen die blind of slechtziend zijn. Aangezien het een medium is dat grotendeels op zicht vertrouwd. Giancarlo reageert: "Tactiliteit is de eerste drempel voor ontwerpers. Je gaat iets dat digitaal is nooit kunnen aanraken. Wel creëert het digitale juist weer andere mogelijkheden.” Suzanne is afgestudeerd met een onderzoek naar het definiëren van tactiliteit binnen de digitale wereld. “Wij zijn gaan kijken naar hoe je de ervaring van iets aanraken naar het digitale kan vertalen. Het makkelijkste antwoord is: je haalt altijd een zintuig weg, maar je kan wel andere zintuigen extra stimuleren. Wij hadden bijvoorbeeld de mogelijkheid om met een controller digitale kleding te bewegen. Deze beweging hebben wij ‘echt’ gemaakt door er geluid aan te koppelen. De zijde viel niet alleen zoals stof dat zou doen maar genereerde ook bijpassende tonen.”  

“Techniek is op dit punt eigenlijk nog een belemmering." zegt Dylan. Voor zijn project heeft hij fotogrammetrie gebruikt, ofwel het maken van foto’s om aan de hand daarvan de computer patronen aan te leren. Voor de Victoriaanse jurk heeft Dylan uiteindelijk 3000 foto's gebruikt. Dit daadwerkelijk omzetten naar een 3D model kost nog zoveel rekenkracht dat je het over een enorme wachttijd hebt. Suzanne voegt hieraan toe: “De techniek is echt nog jong. De kunst- en cultuursector zijn ook niet de sectoren die beschikken over de financiële middelen en de supercomputers om dit soort projecten vlot te trekken. Het doel is om digitale mode uiteindelijk  bruikbaar te maken voor de cultuursector omdat het in theorie de mogelijkheid biedt om stukken te ontleden, van dichtbij te bekijken en op die manier te conserveren. Op het moment is de techniek nog niet zo ver."     

De verantwoordelijkheid voor het blijven vernieuwen van deze technieken leggen wij nu heel erg in de schoenen van de museumwereld. Dylan vraagt zich af: “Hoezo kunnen we deze verantwoordelijkheden niet bij de grote modehuizen leggen? In ieder geval voor de toekomst? Als Balenciaga een jurk voor één of andere prinses moet maken, dan kunnen we ook de verantwoordelijkheid bij hen leggen om dit te digitaliseren in het belang van conservering.” Zowel de mode- als de culturele sector denken makkelijk over de digitale kunst- en modesector. 'Het is toch digitaal dus dat doe je wel even' is het idee dat mensen vaak hebben over onze sector." zegt Suzanne. “Wij hebben de vuistregel: je bent net zo lang met een digitaal stuk bezig als je met een fysiek stuk zou zijn. Dit is een stukje bewustwording dat nu echt mist.” 

Erfgoed & de toekomst

“Als je kijkt naar een japon uit de 17e eeuw: die zijn gemaakt om in beweging te zijn, om gezien te worden onder kaarslicht. Dit is iets wat we nooit meer kunnen doen met museumstukken. Digitale mode geeft de mogelijkheid om objecten in hun ‘eigen werkelijkheid’ te plaatsen.” vertelt Dylan. Anne-Karlijn voegt hieraan toe: “Wij weten ook allemaal dat museumdepots vol met stukken hangen die nooit meer tentoongesteld kunnen worden. Digitalisering kan een enorme rol spelen in het toegankelijk maken van deze collecties voor een groter publiek.”     

Een grote drijfveer achter digitale mode is duurzaamheid, de toegankelijkheid ervan zou op den duur op moeten kunnen tegen fast fashion, een industrie die enorm vervuilend is. Iemand uit het publiek vraagt: "Als we nu allemaal stukken moeten digitaliseren door er 3000 foto’s van te maken, dat klinkt niet echt duurzaam of houdbaar voor de toekomst. Het opslaan van zoveel data is niet duurzaam. Je kan een afweging maken tegenover het maakproces van fysieke kleding, maar dit lost niks op. Je moet digitale mode als een middel zien om duurzaamheid te bevorderen. Digitale mode geeft mensen over de hele wereld de mogelijkheid om mode op een andere manier dan via fast fashion te beleven en door mensen weg te sturen van die industrie maak je winst op duurzaamheid" zegt Giancarlo.   

Isabella vertelt: “We groeien ook nog binnen de sector. Als er vanuit het publiek steeds meer vraag is naar digitale mode of naar augmented reality dan komen er mogelijkheden om dit meer waarheidsgetrouw en duurzaam te doen. Voor digitalisering heb je veel informatie nodig, je kan vanaf niets ontwerpen, zonder referentiemateriaal, of je kan met voorbeelden werken. Dit is iets waar de museumwereld en dan vooral de depots van de museumwereld enorm bij kunnen helpen." “Een samenwerking tussen de digitale mode- en de museale sector moet tweerichtingsverkeer zijn. Ja, het is voor de museale sector nodig om mee te kunnen in de digitalisering. Maar de hoeveelheid materiaal en daarmee kennis die de musea kunnen leveren aan de digitale modesector moet niet worden onderschat.” vertelt Anne-Karlijn.      

De digitale modesector groeit heel snel, over vijf jaar ziet het landschap er alweer heel anders uit. Anne-Karlijn hoopt dat ze tegen die tijd 2000 modellen gedigitaliseerd hebben in het Kunst Museum Den Bosch, “Mijn droom is dat we die stukken voor mensen tot leven kunnen laten komen, zelfs als we er niet meer fysiek bij kunnen.” Suzanne wil met kunstacademie studenten van alle kunst- en modeacademies in een depot staan. “Ik wil met studenten kunnen bijdragen aan het digitaliseren van de stukken die bij bijvoorbeeld het Kunstmuseum Den Bosch tot leven komen.” Digitalisering moet actiever aanwezig zijn binnen de mode- en erfgoedsector. “Als je een tentoonstelling over een specifiek onderwerp maakt, zorg er dan altijd voor dat één onderdeel goed gedigitaliseerd wordt. We moeten er nu voor zorgen dat het deel wordt van onze workflow", vertelt Dylan. Isabelle voegt daaraan toe: "Over vijf jaar hoop ik dat we met digitale mode en augmented reality ervoor kunnen zorgen dat we mensen meer mogelijkheden geven om zichzelf uit te drukken. Daarmee maken we hopelijk de wereld een wat minder vervuilde plek”. Giancarlo sluit zich daarbij aan, “Ik hoop dat iedereen tegen die tijd op een manier een duurzame digitale garderobe heeft."   

Applaus breekt uit en alle sprekers worden bedankt voor hun tijd en expertise. Cathelijne Blok sluit de avond af. Van onwetendheid tot toekomstwensen, er is deze avond veel besproken. "Wat fijn dat iedereen er was. Houdt de Reinwardt in de gaten voor de volgende Erfgoedarena, maar voor nu, ga lekker nagenieten met een hapje, een drankje en praat samen lekker door over mode, erfgoed en digitaliseren. Fijne avond!”     

 

 

Verslag is geschreven door Reinwardt student Eva Harmsen

Delen
 

Bekijk de foto's hier terug

En herbeleef 'Een blik op digitale mode'