Voetbal en erfgoed: Tussen de Linies

De eerste Erfgoedarena van dit studiejaar had voetbal als thema, waarbij er door de lens van het voetbal werd gekeken naar verschillende maatschappelijke problemen en vraagstukken. Polarisatie, discriminatie en racisme werden besproken. Maar ook de positieve effecten die voetbal op de samenleving kan hebben, zoals inclusie, identiteitsvorming en educatie. Wat is de rol die erfgoedprofessionals kunnen innemen in de voetbalwereld? En hoe moet het voetbalmuseum van de toekomst eruit gaan zien? De coronamaatregelen stonden weer een volle zaal toe, de stoelen werden bezet door voetbalfans, erfgoedprofessionals, studenten en alles daartussenin. 

Het fluitsignaal klinkt, de aftrap van de avond wordt genomen door gastcurator Jonathan Even-Zohar en directeur Nel van Dijk. Jonathan benadrukt dat erfgoed niet alleen te maken heeft met voetbal, maar dat voetbal juist veel te maken heeft met erfgoed. Denk aan stadions, kleding, muziek, taalgebruik en voetbalmusea. Als voetbal en erfgoed actief de relatie met elkaar aangaan, kan dit volgens Jonathan ruimte bieden om de gemeenschap te herdefiniëren. Clubs kunnen zich om dit te bereiken bijvoorbeeld bezighouden met ‘vergeten verhalen’ over vrouwenvoetbal en/of voetballers van kleur. Erfgoedprofessionals kunnen volgens hem een grote rol spelen in de inhoud en presentatie van de collecties in clubmusea en door de verhalen die gidsen vertellen tijdens tours.  

De aanvoerdersband werd gedragen door Rocky Hehakaija, internationaal straatvoetballer en de moderator van deze avond. Ze legt direct contact met de zaal door de voetbalkennis te testen.  

 

1e Helft 

De eerste helft staat in het teken van ‘de maatschappij in het voetbal.’ De eerste drie professionals nemen plaats op het podium. Dit zijn: Steven Burger, Sidris van Sauers en Anne-Sophie Van Vyve. Steven is Supporter Liaison Officer, oftewel fancoach, bij Feyenoord. Daar faciliteert hij de constructieve dialoog tussen fans en club. In het midden zit Sidris, trainer Diversiteit en Inclusie bij RADAR/Art.1. Rechts van haar zit Anne-Sophie, coördinator educatie bij het herinneringscentrum Kazerne Dossin in Mechelen, die sinds een aantal maanden samenwerkt met de Belgische Pro League aan nieuwe vormen van omgang met het moeilijke verleden van de oorlog als middel om racisme en discriminatie uit het betaald voetbal te krijgen. 

Het gesprek begint met de vraag hoe de sport inclusiever kan worden gemaakt. Steven Burger gaat hierop in door te vertellen hoe er bij Feyenoord voor wordt gezorgd dat de wedstrijd aangenaam verloopt. Een belangrijk initiatief is het bespreekbaar maken van moeilijke onderwerpen. Zo wordt er op dit moment onderzoek gedaan naar de Joodse geschiedenis van de club. Met als doel om de nadruk te verleggen van de negatieve uitingen van antisemitisme onder de supporters en in plaats daarvan het gesprek aan te gaan over de Joodse geschiedenis van hun club. Deze aanpak passen ze toe in een cursusaanbod voor jongeren met een stadionverbod, om op die manier bewustwording en strafvermindering te bereiken als positieve eindproducten, een win-winsituatie. Ook Sidris is van mening dat het belangrijk is dat moeilijke onderwerpen bespreekbaar worden gemaakt binnen de club en supporters onderling. Want dat er niet over gesproken wordt, betekent niet dat de problematiek ontbreekt. Daarnaast moet discriminatie in de gehele breedte van de term worden bekeken; klasse, kleur, religie, gender, seksualiteit. Er moet rekening worden gehouden met de intersectionaliteit van individuen. Daarnaast moet tokenism worden vermeden, dit houdt in dat er slechts oppervlakkige inspanningen worden geleverd om inclusief te zijn voor leden van minderheidsgroepen. Als de voetbalwereld echt toegankelijk en inclusief wil worden voor iedereen, zullen er grote maatregelen moeten worden getroffen. 

Het is belangrijk dat handelingsperspectieven op maat worden gemaakt voor clubs en supporters. Omdat er tussen clubs onderling grote verschillen zijn in het niveau van acceptatie, bewustwording en toegankelijkheid. Dit is een tijdrovend proces maar volgens de eerste drie sprekers een belangrijk aspect in het creëren van een inclusievere voetbalwereld. Anne-Sophie geeft aan dat sommige clubs niet doorhebben, of niet willen toegeven dat er sprake is van haat en discriminatie. Terwijl andere clubs zich hier wel bewust van zijn en er actief mee aan de slag willen. Er wordt nog te vaak gezocht naar kant-en-klare oplossingen, stellen de sprekers, terwijl maatwerk op dit moment de beste methode is om de gewenste resultaten te kunnen behalen.  

De eerste vraag klinkt vanuit de zaal: Hoe kan in het voetbal ruimte worden geboden voor alle seksuele uitingen? Op dit moment is dat namelijk nog verre van een afspiegeling van de maatschappij. (De vraagsteller refereerde hierbij ook naar de eerste actieve speler die ooit ‘uit de kast is gekomen,’ Josh Cavallo, eind oktober 2021.) 

Dit blijkt een lastig onderwerp, fancoach Steven noemt dat dit in de gehele samenleving nog steeds een probleem is maar dat ze er bij Feyenoord wel actief mee bezig zijn. Onlangs werden ‘De Roze Kameraden’ opgericht, een groep Feyenoordsupporters die zich identificeren als LHBTQI+. Steven geeft aan dat het bij Feyenoord op dit moment vooral draait om bewustwording bij de fans. Sommige scheldwoorden worden door hen gebruikt zonder na te denken dat dit andere supporters kan kwetsen. Zo gaat hij in gesprek met supporters over het schelden met woorden als Jood en homo. Sidris gaat hierop door, ze zegt dat het inderdaad begint bij bewustwording, wat kan worden gecreëerd door het gesprek aan te gaan met fans en supporters die dergelijke woorden gebruiken. Een open gesprek kan een kans bieden om aanvullende kennis mee te geven, verhalen te vertellen of als ervaringsdeskundige anekdotes te delen.  

De huidige voetbalwereld is vooral gefocust op witte heteroseksuele cisgender mannen. Het is belangrijk om als club bewust te zijn welke identiteit wordt uitgedragen als de norm. Alleen uitspreken dat je openstaat voor iedereen is in de huidige samenleving niet meer genoeg. Welke norm draagt een bepaalde club uit? En welke groepen worden er door die norm uitgesloten? Dit zijn belangrijke vraagstukken wanneer clubs toe willen naar meer inclusie. Wanneer een groot deel van de neuzen de juiste kant op staan kan een front worden gevormd, zo stelt Rocky Hehakaija. Het is daarnaast belangrijk dat clubs een sterk standpunt innemen ten opzichte van discriminerende activiteiten, dit verschilt op dit moment nog per club. Per casus moeten daarom de polarisaties en overtredingen in kaart worden gebracht en de aanpak die daarop wordt toegepast. Zo kunnen de aanpak en uitkomsten van eerdere onderzoeken worden toegepast op andere cases vult Anne-Sophie aan.  

Er komt een tweede vraag vanuit de zaal: “Hoe kunnen de musea in stadions en clubs een rol spelen in het creëren van een inclusievere omgeving?” Volgens Steven moet om te beginnen na worden gedacht wat een club wil uitdragen en wat hun collectieve identiteit is. De Joodse geschiedenis van Feyenoord kan bijvoorbeeld worden meegenomen in een tentoonstelling. Daarnaast maakt ook de locatie van het museum uit, daaruit blijkt de waarde die een club hecht aan het vertellen van een (meerstemmig) verhaal. Erfgoed en geschiedenis kunnen een grote rol spelen in het verhaal en door clubs gebruikt worden als educatief hulpmiddel. Clubmusea kunnen dienen om een verhaal vanuit verschillende perspectieven te vertellen, spreekt Sidris uit. Meerstemmigheid is een beweging die in de gehele museumwereld speelt en daarom ook voor voetbalmusea erg relevant is.  

 

Rust 

We zijn aangekomen bij de rust. Deze staat in het teken van rust voor de spelers/sprekers en zet het publiek aan het werk. Tijd voor een interactieve sessie. Onder elke stoel ligt een gele en een rode kaart. Wat moet er volgens het publiek in het ideale voetbalmuseum liggen? Op de gele kaart moeten ze een object schrijven, op de rode een verhaal of tekst. De meningen verschillen, van foto’s van belangrijke voetballers of momenten tot straatvoetbalspellen en auditieve ervaringen van hoe het kan klinken in een stadion. Het museum moet een plek zijn die je onderdompelt in het gevoel en de ervaring die bij een wedstrijd hoort maar moet ook de moeilijke onderwerpen bespreekbaar kunnen maken.  

 

2e Helft 

In de tweede helft wordt de vraagstelling omgedraaid; Voetbal in de maatschappij is nu het onderwerp van discussie. Op de bank zitten nu Nordin Ghouddani, (voetbal)journalist bij onder andere PAUW, Studio Voetbal en Radio 1. Naast hem Hellen Janssen, geschiedenisdocent en actief betrokken bij landelijke en Europese docentennetwerken, die in haar lessen co-creatie stimuleert en onderwerpen als migratie bespreekt aan de hand van voetbalvoorbeelden. 

De nadruk ligt in de tweede helft op wie degene zijn die de keuzes maken. Voor Nordin uitte dit zich tijdens zijn werk doordat hij een andere mindset had dan zijn collega’s. Hij nodigde sprekers en voetballers van kleur uit aan tafel, in plaats van de bekende witte gezichten. Hierdoor kunnen andere gesprekken tot stand komen. Maar, benadrukt Nordin, ondanks zijn vernieuwende aanpak, blijft het inclusiever maken van de sprekerstafel een moeilijk proces. 

Volgens Hellen Janssen is het in educatie belangrijk om te starten vanuit de interesses van de leerlingen, bij veel van haar leerlingen was dit voetbal. Tijdens deze Erfgoedarena werd duidelijk hoeveel onderwerpen hieraan kunnen worden verbonden. Hellen past dit toe in haar lesmethodes. Ze geeft aan dat er zoveel verhalen te vertellen zijn aan de hand van voetbal, over migratie, seksisme, discriminatie. Het is een mooi perspectief om onderwijs te benaderen. Leerlingen spelen hierbij een actieve rol als co-creators, ze krijgen autonomie om verhalen te vertellen en hoeven niet binnen de ‘heilige’ muren van het klaslokaal te blijven.  

Concluderend werd door Nordin gesteld dat het volgens hem vanaf boven moet komen, uiteindelijk zijn het de bestuurders die de keuzes maken. Het begint bij de KNVB en directieleden. Volgens hem moeten zij beginnen met belangrijke beslissingen maken om inclusie in de hand te werken en vervolgens naar beneden werken. Als dit vanuit een bottom-up of een grassroots beweging moet ontstaan duurt het nog jaren, stelt hij. Een quotum is een voor de hand liggend voorbeeld, dit zorgt ervoor dat een keuze tot diversiteit en inclusie minder vrijblijvend is. Dergelijke vraagstukken zijn eigenlijk direct te vertalen naar de problemen in andere sectoren in de maatschappij.  

 

De Verlenging 

Hoe kunnen erfgoedprofessionals een rol spelen in het inclusiever worden van voetbal? Zij kunnen faciliteren in het zoeken van gezamenlijke interesses tussen fans maar ook tussen clubs onderling. Hierbij staat co-creatie voorop, samen moet bepaald worden welk erfgoed en welke verhalen belangrijk zijn om te vertellen. Hierbij is het belangrijk om ook de stem van jongere generaties te laten horen. Clubmusea kunnen een belangrijkere rol innemen in de educatie van fans en jeugd. Voor erfgoedprofessionals kan de voetbalfan een interessante nieuwe doelgroep zijn, een die misschien wel openstaat voor deze nieuwe perspectieven op voetbal. 

Delen